Het is je wellicht al eens opgevallen, de Spanjaarden hebben over het algemeen twee achternamen. Het is een systeem dat nu overal gebruikt wordt in Spanje en zelfs per wet geregeld is maar dat is niet altijd zo geweest. Het gebruik van de achternaam van de vader en de moeder werd pas een feit in de 19e eeuw.
Voor de 19e eeuw was het normaal dat volwassenen hun eigen achternaam konden kiezen en dus kwam het vaak voor dat leden van eenzelfde familie niet altijd dezelfde achternaam deelden. Het was gebruikelijk dat mannen de achternaam van de vader kregen en meisjes die van hun moeder, grootmoeder of andere vrouwen in het gezin.
Al in de 16e eeuw begon het systeem van dubbele achternamen zich te verspreiden onder de hogere klassen van Castilië maar het werd niet gebruikt in de rest van Spanje tot de 19e eeuw. In 1833 vond men uiteindelijk dat het makkelijker zou zijn voor de controle als iedereen twee achternamen zou gaan gebruiken.
In 1889 werd pas officieel in het eerste Spaanse Burgerlijk Wetboek vastgelegd dat men twee achternamen zou krijgen, die van de vader en die van de moeder. In artikel 114 stond toen duidelijk dat ‘wettige kinderen het recht hebben om de achternamen van de vader en de moeder te dragen’.
Vanaf dat moment verspreidde het systeem van de dubbele achternaam zich geleidelijk over heel Spanje en is het nu de normaalste zaak van de wereld in Spanje. Tegenwoordig kun je in Spanje ook de volgorde van de achternaam kiezen, eerst die van de vader of eerst die van de moeder, wat jij wilt.
Waar komen de Spaanse achternamen vandaan
De Spaanse achternamen stammen uit de Middeleeuwen en gaf de oorsprong van de persoon aan. Dat is de reden waarom veel achternamen niet een Latijnse oorsprong hebben maar werden beïnvloed door de culturen die naast Spanje bestonden, zoals de Goten of de Visigoten of de Germaanse en Arabische/Moorse cultuur.
Spaanse achternamen die eindigen op ‘-ez’, zoals Rodríguez, López, González, Jiménez etc. werden in de Middeleeuwen geïntroduceerd en betekenen ‘zoon van’. Er zijn echter ook achternamen die een beroep of een plaats omschrijven (Zapatero, Medina) of van de fysieke kenmerken van de voorouders (Rubio, Moreno, Calvo). Tenslotte zijn er Spaanse achternamen aangepast vanuit het buitenland, zoals Maestre (Meester) of Bécquer (Becker).
Meest voorkomende achternamen
Volgens de gegevens van het Spaanse Instituut voor de Statistieken (INE) is de meest voorkomende achternaam is Garcia waarvan Spanje er inmiddels 1.462.923 zijn met ver daaronder Rodriguez met 927.056, González met 925.695 personen en Fernandez met 912.009 personen. Deze worden gevolgd door o.a. Lopez, Martinez, Sanchez, Perez, Gomez, Martin en Jimenez (zoals al opvalt eindigen veel achternamen op ez).