6 juli: San Fermín feesten in Pamplona

San Fermín feesten in Pamplona
Beeld: 123rf

Elk jaar tussen 6 en 14 juli viert de stad Pamplona in de deelstaat Navarra feest, wellicht wel het bekendste feest van Spanje. Die populariteit heeft dit traditionele feest te danken aan het spectaculaire stierenrennen waar ooit schrijver Ernest Hemingway over schreef waarna de encierro wereldberoemd werd. Er wordt echter veel meer feest gevierd in Pamplona gedurende die feestweek waarbij muziek, folkloristische onderdelen, vuurwerk en drank en eten onderdeel van zijn.

Begin en einde

Het feest begint op 6 juli om 12 uur ‘s-middags met de “chupinazo”. Dit wordt gehouden op het Plaza Consistorial voor het gemeentehuis van Pamplona. El Txupinazo is eigenlijk niets meer dan het openen van de feestweek met het afschieten van een vuurpijl en het roepen van de zin: ¡Pamploneses, Iruñatarrok, Viva San Fermín, Gora San Fermin!” waarbij alle aanwezigen hun rode zakdoek/sjaal hoog in de lucht houden.

Vanaf dat moment gaat het feest los en zal dit pas eindigen op 14 juli om middernacht met het “pobre de mí” lied waarbij er menig traantje te zien is op het plein voor het gemeentehuis van de stad en hard geroepen wordt: “pobre de mí, pobre de mi, que se han acabado las fiestas de San Fermín” en het vuurwerk losbarst terwijl de aanwezigen kaarsen dragen.

Tussendoor

Vanaf 7 juli worden om acht uur ’s ochtends gedurende acht dagen vanaf de Helling van San Domingo, zes vechtstieren door de nauwe straten van Pamplona gejaagd. Duizenden waaghalzen, vooral jongemannen, willen door het voorblijven op de stieren hun moed en snelheid bewijzen. Het hele parcours, met onder meer de ‘Calle Estafeta‘ (de rechte straat van 250 meter in het centrum van de stad), is afgeschermd met een houten omheining en is 848 meter lang.

De lopers zijn herkenbaar aan hun witte kledij, rode zakdoek (pañuela rojos) rond de hals en rode sjerp om hun middel (faja). Het hele spektakel duurt vaak niet langer dan drie minuten. De smalle straatjes leiden echter niet zelden tot lelijke valpartijen van de stieren en van de rennende mensen. Elk jaar vallen er tientallen gewonden tijdens de ren en zo heel af en toe een dode.

Het stierenrennen is soms erg saai om naar te kijken, zeker als de stieren hun route lopen zonder zich iets aan te trekken van de menigte. Wanneer de stieren door de straten hebben gelopen eindigen deze in de arena, de plaza de toros van Pamplona.

Vaak rennen de stieren meteen naar de uitgang maar zullen ze later die dag weer te zien zijn in de arena wanneer ze oog in oog zullen staan met de stierenvechters of matadores en bijna altijd het leven moeten laten. Dat is dan ook meteen het minst leuke en meest kritische onderdeel van de San Fermín feesten (net zoals bij vele andere lokale feesten in Spanje overigens).

Naast het stierenrennen en het stierenvechten is er gedurende de feestdagen echter veel meer te doen en te zien in Pamplona. Zo zijn er veel eetfestijnen, Baskische volksdansen, openluchtconcerten, straattheater, vuurwerk en de reuzenparade ‘Gigantes y cabezudos’. Mensen staan tijdens de feesten op de balkons om naar het stierenrennen te kijken terwijl er op straat aan tafels gegeten en gedronken wordt.

Geschiedenis

Kenners zeggen dat de feesten van de heilige San Fermín nergens op gebaseerd zijn. Dat wil zeggen, voor de 12e eeuw had niemand ooit gehoord van de San Fermín heilige maar dankzij de vondst van een graf in het Franse Amiens waar Fermín als bisschop dienst deed werd gezegd dat de heilige uit Pamplona in Spanje zou komen. De Katholieke Kerk plaatst de heilige dag echter op 25 september en niet op 7 juli.

Volgens de critici heeft men dan ook voor deze datum gekozen om de festiviteiten in de zomer plaats te laten vinden wanneer het mooi weer is en deze gecombineerd kan worden met het stierenvechten die al gedurende eeuwen georganiseerd werden in Pamplona.

De geschiedenis van het stierenrennen is ook niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk startte het toen het stierenvechten erg populair werd en de enige manier om de stieren van de stal naar de arena te krijgen was door ze door de straten te laten rennen. Op een gegeven moment besloten mensen om met de stieren te gaan rennen, dat was toen nog illegaal.

Dit werd steeds populairder en groeide uit tot deze traditie. De eerste stierenloop werd gehouden in 1899, het werd echter internationaal populair na de eerste roman van Ernest Hemingway, genaamd ‘The Sun Also Rises’. Hij beschreef het als het feest van de overleving.

Culinair

Naast de rennen, die slechts een klein, maar spectaculair onderdeel vormen, is het (zoals alle Spaanse feesten) vooral een culinair festijn. Vroeger werd vooral in restaurants zeevruchten en langoesten gegeten, tegenwoordig wordt er vooral zelf gekookt. Het vlees van de vechtstieren geldt als een lekkernij, die in een stoofpot wordt verwerkt (estofado de carne de toro) of als kotelet wordt gegeten (chuletas).

Om aan de enorme vraag te voldoen, wordt er vaak stierenvlees uit omliggende regio’s ingeslagen. Tijdens de vroege lunch (almuerzo) na het rennen wordt een traditionele specialiteit als lamskop met orgaanvlees (cabeza y corada) gegeten. Om de avond al drinkend door te komen, wordt chistorra gegeten, een dunne gedroogde metworst, die vaak in Centraal-Navarra gemaakt wordt.

Scroll naar boven