Officieel heeft de regionale feestdag de naam ‘El Día de Aragón’ waarbij deze elk jaar op 23 april ter ere van San Jorge gevierd wordt. San Jorge (Sint-Joris) is namelijk de patroonheilige van het koninkrijk Aragón. Het feest werd in 1461 door de Cortes van Aragón uitgeroepen tot een ‘eeuwig, gehouden, waargenomen en plechtig gevierd’ feest.
De populariteit van de ‘Día de Aragón’ is uitgegroeid tot een ‘Nationale Dag van Aragón’, waar inwoners hun ‘Orgullo Aragonés’ laten zien. Mensen hangen op deze dag meestal de vlag van Aragón aan de balkons van hun huizen, dragen t-shirts met iets dat verwijst naar de regio kopen en eten het traditionele dessert dat bekend staat als ‘El Lanzón’. Verder worden er overal in de autonome regio activiteiten georganiseerd.
De relatie tussen Sint-Joris en Aragón begint in het jaar 1096, toen de heilige Sint-Joris zijn hulp aanbood aan koning Pedro I van Aragón bij de herovering van de stad Huesca in de slag bij Alcoraz. Dit patronaat werd officieel in het jaar 1461 toen de rechtbanken van Calatayud, bijeengeroepen door Juan II, het feest vaststelden door middel van de een jurisdictie, geschreven in het Aragonees.
Een eeuw later, in de Cortes de Monzón van 1564, werd de jurisdictie bevestigd, waarbij een boete van zestig ‘jaqueses’ salarissen werd vastgesteld voor degenen die geen feest vierden. Na de afschaffing van deze boetes en feestverplichting, werd op 10 april 1978, precies een dag na de oprichting van de Diputación General de Aragón als een pre-autonome instelling, unaniem door de parlementariërs aangenomen dat 23 april wordt uitgeroepen tot El día de Aragón.