Als je regelmatig in Spanje komt of er woont dan heb je wellicht het woord ‘guiri’ wel eens gehoord. Men gebruikt dit woord dat uitgesproken wordt als ‘giri’ vaak om buitenlandse toeristen of inwoners uit met name welvarende landen in Noord-Europa of de Angelsaksische landen zoals Groot Brittannië te omschrijven. Maar wist je dat het woord al heel oud is en een heel andere betekenis heeft gehad?
De ‘guiris’ zijn sterk geassocieerd met het strand toerisme en algemeen gestereotypeerd als blonde persoon met een bleke huid. Uiteraard is dat iets te algemeen tegenwoordig en in principe wordt ‘guiri’ dus gebruikt voor de vakantiegangers maar als je in Spanje woont en werkt willen ze je ook nog wel eens ‘guiri’ noemen. Het woord wordt echter niet voor alle migranten gebruikt in Spanje, zo zal men iemand uit Rusland, China of Argentinië niet zo snel een ‘guiri’ noemen.
Maar naast het omschrijven van een ‘buitenlander’ uit het noorden van Europa heeft het woord ‘guiri’ nog meer betekenissen gehad in de geschiedenis van Spanje.
Oorlog
Volgens de geschiedenisboeken werd het woord ‘guiri’ reeds gebruikt ten tijde van de zogenaamde Carlistenoorlogen in de negentiende eeuw. Dit waren een reeks van burgeroorlogen tussen 1833 en 1876 tussen aanhangers van de Infante Carlos (zoon van Koning Ferdinand VII) en de Cristinos, aanhangers van Koningin María Cristina de Borbón. Het carlisme is een traditionalistische beweging in Spanje die wordt geleid door een pretendent naar de Spaanse troon. Lees hier meer over het Carlisme en de oorlogen.
De Baskische Carlisten noemden hun tegenstanders, de Liberalen, ‘guiris’. De meest aangenomen theorie is dat ‘guiri’ afstamt van het Baskische woord ‘gristino’ dat Cristina betekent, met andere woorden een aanhanger van Koningin María Cristina. Later werd ‘guiri’ gebruikt om een soldaat te benoemen die dus aan de kant van María Cristina vocht.
De eerste keer dat er in een boek melding gedaan wordt van het woord ‘guiri’ was in 1881 in het boek ‘Un viaje de novios’ (huwelijksreis) van Emilia Pardo Bazán. Zij omschreef liberalen in haar boek als ‘guiris’. Later in een ander boek uitgebracht in 1898 werd ook het woord ‘guiri’ gebruikt.
Andere betekenissen
Sommigen zeggen echter dat het woord afstamt van het Turkse woord ‘gâvur’ wat ongelovige of buitenlander betekent.
Er is ook een theorie dat het woord ‘guiri’ uit de caló-taal komt en afgeleid is van het Marokkaanse en Algerijnse Arabische ‘gaouri’. Het heeft dezelfde betekenis, zijnde buitenlanders uit Europa in dit geval (dus ook Spanjaarden).
In de twintigste eeuw werd ‘guiri’ ook gebruikt om een agent van de Guardia Civil en politie tijdens de Franco dictatuur aan te geven.
Halverwege de twintigste eeuw werd ‘guiri’ echter exclusief gebruikt om buitenlanders een naam te geven, en dan dus met name die toeristen of buitenlanders afkomstig uit Noord Europa.
Het woord ‘guiri’ wordt zowel voor mannen alsook vrouwen gebruikt. Het maakt daarbij voor een Spanjaard niet uit hoelang je al in Spanje op vakantie komt of hoe lang je er al woont, je zult in veel gevallen altijd een ‘guiri’ blijven, ook al beheers je de taal goed en ben je volledig geïntegreerd in de Spaanse maatschappij. Uiteraard geldt dit niet altijd en voor iedereen maar over het algemeen wel.