Het landschap van Spanje bestaat voornamelijk uit plateaus, zoals de Spaanse Hoogvlakte, en bergketens zoals de Pyreneeën en de Sierra Nevada. De belangrijkste rivieren van het land zijn de Taag, de Ebro, de Duero, de Guadiana en de Guadalquivir.
Spanje grenst in het oosten en zuiden aan de Middellandse Zee, in het noorden aan de Cantabrische Zee (het zuidelijk deel van de Golf van Biskaje) en in het westen aan de Atlantische Oceaan.
De zes grote bergketens van Spanje zijn de Pyreneeën, de Betische cordillera en Sierra Nevada, het Castiliaans Scheidingsgebergte, de Cantabrisch Gebergte en het Iberisch Randgebergte. De Pyreneeën, die in het westen uitlopen tot in Galicië, zijn ontstaan als gevolg van het botsen van het Iberische subcontinent tegen het Europese continent.
[su_note note_color=”#FFE0B2″]Leestip: De Spaanse Pyreneeën[/su_note]
De hoogste bergtoppen van het Spaanse vasteland zijn de 3482 meter hoge Mulhacén in de Sierra Nevada, de 3404 meter hoge Pico de Aneto in de Pyreneeën en de 2648 meter hoge Picos de Europa in het westen. De hoogste berg van heel Spanje is de 3718 meter hoge Pico del Teide op het Canarische eiland Tenerife.
Andere prominente bergen in Spanje zijn Bola del Mundo, Circo de la Safor, El Yelmo, Monte Hacho, Montserrat, Monte Perdido, Pica d’Estats, Pozo de las Nieves, Turbón en de Zuilen van Hercules.
[su_note note_color=”#FFE0B2″]Leestip: Waarom wordt Spanje een schiereiland genoemd[/su_note]