Het pensioensysteem in Spanje bestaat in feite uit twee pilaren, de zogenaamde ‘pensiones contributivas’ en de ‘pensiones no contributivas’. Het verschil tussen beide is of de gepensioneerde heeft bijgedragen aan de opbouw van een pensioen of niet. Het bedrag dat een ‘jubilado’ die niets of niet genoeg jaren heeft bijgedragen ontvangt, is lager dan wat een ‘pensionado’ ontvangt.
Je zou het kunnen zien als een AOW zoals in Nederland, maar dat is niet helemaal hetzelfde. Een AOW ontvangt iedereen in Nederland, ongeacht de situatie waarbij een pensioen daar meestal nog bovenop komt. In Spanje ontvang je echter een pensioen als je daarvoor hebt bijgedragen, bij blijvende invaliditeit of wegens weduwschap. Maar als je niets of niet genoeg jaren hebt bijgedragen heb je geen recht op een normaal pensioen dat ook wel ‘pension contributiva’ (PC) heet, letterlijk vertaald naar ‘premie pensioen’. Meer informatie kun je HIER lezen (in het Spaans)
Heb je dus nooit bijgedragen aan de Sociale Zekerheid door geen premies te betalen of heb je niet minimaal 15 jaar gewerkt en premies betaald, dan heb je in veel gevallen recht op een ‘pension no contributiva’ (PNC), letterlijk vertaald naar ‘premievrij pensioen’. Deze pensioenen worden erkend aan die gepensioneerden die zich in een moeilijke financiële situatie bevinden en onvoldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien volgens de wettelijk vastgestelde voorwaarden (zie onderaan artikel). Binnen deze modaliteit zijn er arbeidsongeschiktheids- en ouderdomspensioenen.
Wanneer recht op?
Om toegang te krijgen tot een ‘pension no contributiva’ of premievrij pensioen, moet aan een reeks vereisten worden voldaan waarvan de belangrijkste de volgende:
Leeftijd en woonplaats: De vereiste leeftijd is 65 jaar of meer. Je moet op Spaans grondgebied wonen en dat minstens in een periode van 10 jaar in de periode dat iemand 16 jaar is geworden en de datum van de pensioenleeftijd met minimaal twee aaneengesloten jaren voor de datum van aanvraag.
Gebrek voldoende inkomen: Voor het krijgen van een premievrij pensioen moet het inkomen van de aanvrager lager zijn dan 5.899,60 euro/jaar. Is het inkomen lager en woon je samen met familieleden dan gelden andere bedragen. In het geval van echtgenoot/bloedverwant in de tweede graad zijn de inkomensplafonds: bij 2 personen 10.029,32 euro; bij 3 personen 14.159,04 euro; bij 4 personen 18.288,76 euro. Als de bloedverwant een van de ouders of kinderen zijn, dan gelden de volgende inkomensplafonds: bij 2 personen 25.073,30 euro; bij 3 personen 35.397,60 euro; bij 4 personen 45.721,90 euro.
Het pensioenvrij ouderdomspensioen is niet verenigbaar met een pensioenvrij arbeidsongeschiktheidspensioen. Dat betekent dat je bij beide omstandigheden recht hebt op een van beide premievrije pensioenen en dus niet beide. De uitkerende instantie IMSERSO onderzoekt elk geval afzonderlijk. Meer informatie is HIER te lezen (in het Spaans)